Terug naar: Leergemeenschappen
De kern van het creëren van binding ligt in de leergemeenschap. Door in een vaste groep, met vaste docenten, coaches en mentoren te studeren, ontstaan academische, sociale en persoonlijke binding. In de leergemeenschap is er ruimte voor uitdagende leertaken, effectieve feedback en een gestructureerde opleiding.
Wat is een leergemeenschap?
Learning communities are made up of people who share a common purpose. They collaborate to draw on individual strengths, respect a variety of perspectives, and actively promote learning opportunities. The outcomes are the creation of a vibrant, synergistic environment, enhanced potential for all members and the possibility that new knowledge wil be created (Kilpatrick, Barret & Jones, 2003, p. 11).
De afgelopen jaren krijgen leergemeenschappen in het onderwijs steeds meer ruimte om te ontwikkelen. Opleidingen waar het curriculum wordt vernieuwd kiezen vaker voor leerteams en leergemeenschappen boven de ‘gewone’ klas. Ook docenten werken samen in professionele leergemeenschappen (PLG) rond een specifiek thema, een vraagstuk of met het werkveld (Verbiest, 2016). Deze PLG’s winnen aan draagvlak en effectiviteit en worden zeer gewaardeerd door de deelnemers.
Klas of leergemeenschap?
Het verschil tussen een leergemeenschap en een klas is dat de leergemeenschap is vorm gegeven vanuit een doel waaraan gezamenlijk wordt gewerkt. Een klas is een toevallige groep mensen met persoonlijke doelen, die samen dezelfde lessen volgen en min of meer met elkaar samenwerken als dat moet. In een leergemeenschap wordt het gezamenlijke, de uitwisseling en het realiseren van een veilige omgeving, actief vorm gegeven.
In veel gevallen zal het samenstellen van een leergemeenschap niet veel anders gaan dan een gewone klas. Studenten worden bij elkaar gezet in een groep, waarbij vooral gekeken wordt naar een goede balans tussen man-vrouw, leeftijd en andere algemene kenmerken. Het grote verschil ontstaat op het moment dat de leergemeenschap daadwerkelijk wordt ingericht. Hoe doe je dat?
Een leergemeenschap inrichten

Verdelen van de rollen
In de leergemeenschap zijn er een aantal formele rollen. Natuurlijk die van de student en docent. Daarnaast kan er een coach/mentor worden aangewezen en wellicht is er ook een vast aanspreekpersoon van de ondersteunende diensten.
Binnen de groep studenten worden ook de rollen verdeeld. In de praktijk zie ik vaak een grote groep van ongeveer 60 studenten die gezamenlijk de hoor- en werkcolleges volgen. Binnen die grote groep zijn er leerteams van 6-10 studenten. Deze kerngroepen vormen het hart van de leergemeenschap. De studenten werken een langere tijd samen, minimaal drie tot zes maanden.
Binnen deze groep verdeel je een aantal rollen, deze kunnen rouleren (wat goed is voor het leerproces) of vast zijn (wat rust en stabiliteit geeft). Je kan rollen ontwikkelen die taakgericht zijn, dus de voorzitter, planner, notulist, criticus etc. Of rollen die gebaseerd zijn op de talenten en het karakter van de deelnemers, bijvoorbeeld de creator, de boekhouder, de luisteraar etc. Bij het verdelen van de rollen kan je gebruik maken van de Belbin teamrollen. Hiervoor kan je online een eenvoudige test doen.
Het is belangrijk rollen te verdelen zodat de studenten meer structuur hebben in hun kerngroep, ze elkaar makkelijker feedback kunnen geven en kunnen ontwikkelen in hun rol. Door de rollen te koppelen aan leerdoelen, kan de coach hierop actief begeleiden.

Stellen van doelen
Voorwaardelijk voor een functionerende leergemeenschap zijn gezamenlijke doelen. Die worden opgebouwd uit leerdoelen, sociale doelen en persoonlijke doelen. Deze sluiten aan op de drie vormen van binding (zie vorige les). De doelen moeten SMART zijn en inspireren om te ontwikkelen.
Om van de kerngroep echt een gemeenschap te maken gebruik je de eerste bijeenkomst om een gezamenlijk doel te formuleren en eventueel vast te leggen in een manifest. Daag de deelnemers uit om hun persoonlijke bijdrage aan dit gezamenlijke doel uit te spreken en dit op papier te zetten. Neem vervolgens bij alle begeleidingsbijeenkomsten de tijd om de doelen te bespreken.

Uitdagende opdrachten
De leergemeenschap die je hebt gecreëerd gaat aan de slag dankzij uitdagende, goed uitgewerkte en urgente opdrachten. Als het goed is, is het doel van de leergemeenschap gekoppeld aan een grote (eind)opdracht en/of toets. Afhankelijk van het niveau van de studentengroep kan je een planning aanbieden, of de studenten deze juist zelf laten maken. Belangrijk is dat jij als begeleider of coach weet wat de planning is en dit mee neemt in de gesprekken met de leergemeenschap.
Werk de opdracht zo uit dat de studenten hier zelfstandig of in (sub)groepen mee aan de slag gaan. Je kan dit ondersteunen met filmpjes, podcasts en literatuur. Door dit gefaseerd vrij te geven, bijvoorbeeld als een mijlpaal is gehaald, stimuleer je de groep door te gaan naar een volgende stap.
Een leergemeenschap werkt moduleoverstijgend. De opdracht moet daarom verschillende modules ‘bedienen’. De grote groep van 60 studenten volgt de hoor- en werkcolleges van verschillende modules. Die input hebben ze nodig om de grote opdracht in het kernteam te maken. Op die manier maak je alle activiteiten van de opleiding relevant en zal er betrokkenheid ontstaan bij de lessen en bijeenkomsten.

Feedback
Zoals besproken in de vorige les, speelt feedback een essentiële rol bij binding en daarmee ook bij een succesvolle leergemeenschap. In de leergemeenschap leren de studenten feedback geven en ontvangen. De feedback op de opdracht helpt ze om verder te komen en vol te houden.
De studenten moeten ook feedback geven aan hun begeleiders. Hiermee wordt het proces verbeterd en ontstaat (nog meer) binding.
Community of Inquiry

‘The Community of Inquiry’ is bedacht door Garrison, Anderson & Archer (2000) en specifiek ontworpen voor online en blended leren. Het model beschrijft de elementen die van invloed zijn op het creëren van een onderzoekende leergemeenschap.
De drie elementen zijn: sociale aanwezigheid, cognitieve aanwezigheid en docent aanwezigheid. Op de snijvlakken van deze drie elementen ontstaat binding en de mogelijkheid om een effectieve leerervaring te creëren.
Het mooie aan dit model is dat het je helpt de opbouw van je les zo te maken dat er ruimte is voor gesprek, inhoud en relatie. Dit kan je als volgt doen:
Cognitieve aanwezigheid: Studenten in staat stellen betekenis te geven aan de lesstof door expliciet te werken aan competenties en hierop te reflecteren via het dialoog (discourse). Zorg voor lesstof die uitdaagt en een beroep doet op de autonomie (Deci & Ryan 2017).
Sociale aanwezigheid: Studenten voelen zich verbonden met elkaar binnen de online en offline leergemeenschap. Die verbinding komt tot stand dankzij dialoog tijdens de les, maar ook in een online forumdiscussie of peer-2-peer feedback. Binding wordt gevoed met een positief klassenklimaat en de mate van veiligheid die er is in de groep.
Docent aanwezigheid: Het onderwijs valt of staat met de man/vrouw voor de klas. Dit principe geldt ook in het online klaslokaal. De docent geeft inhoud aan het leerproces door onderwijsstof te selecteren en op de juiste manier aan te bieden. Ook speelt de docent een belangrijke rol in het sociale proces door te zorgen voor veiligheid in de groep, het faciliteren van feedback en het structureren van het onderwijs.
In deze video wordt het model helder uitgelegd (Engelstalig):
In de volgende les gaan we verder in op motivatie en de zelfbeschikkingstheorie.
