Activerende werkvormen (1)

David

Misschien een inkoppertje, maar wat is een activerende werkvorm nu eigenlijk?
In deze video leg ik het uit.


Kenmerken Activerende Werkvormen

Een activerende werkvorm heeft de volgende kenmerken (staat ook in het fimpje):

  1. Studenten moeten aan het werk gezet worden. Dat betekent praten, schrijven, tekenen, acteren, nadenken, bewegen, etcetera.
  2. De werkvorm moet duidelijk beschreven of uitgelegd zijn, zodat de studenten er zelfstandig (synchroon of a-synchroon) aan kunnen werken.
  3. Vooraf is uitgelegd hoe de feedback op de werkvorm eruitziet.
  4. De werkvorm past bij de toets. Dat wil zeggen dat als je bijvoorbeeld vooral op kennis gaat toetsen, de werkvormen ook gaan over kennis verwerven en verdiepen. Wanneer de toets een opdracht is, gebruik de werkvormen dan om de opdracht stap voor stap op te bouwen (dit wordt ook wel constructive alignment genoemd, Biggs & Tang, 2011).
  5. De werkvorm is urgent en relevant: er is nu een hiaat of probleem dat opgelost moet worden binnen een context die recht doet aan de leerstof en de student (Dochy & Berghmans, 2015).
  6. De werkvorm is uitdagend door net iets verder te gaan dan de competenties van de student (Hattie, 2014).
  7. De werkvorm staat niet op zichzelf, maar past in het geheel van lessen, andere werkvormen en de leerstof.

Stappen kiezen werkvormen

Bij het kiezen en bedenken van activerende werkvormen geef je aandacht aan de volgende critera:

  1. Kenmerken van de doelgroep zoals voorkennis, motivatie en binding.
  2. Context van de les zoals, onderwerp, plek in het curriculum, plek in het rooster.
  3. Leeruitkomsten en lesdoelen, hoe draagt de werkvorm hieraan bij?
  4. Samenhang met andere werkvormen in het programma.
  5. Praktische uitvoering in de gekozen leeromgeving.

Gebruik elk criterium om werkvormen te bedenken, te verbeteren en te toetsen. Dit kan je uiteraard goed in combinatie met het Blended Design Canvas en de werkvormen die daarin zitten doen.

Een reeks activerende werkvormen voor een leeruitkomst rond adviesvaardigheden:

  • Tekst lezen (casus)
  • Filmpje kijken over adviesvaardigheden
  • Overleg met de werkgroep over het advies (a-synchroon)
  • Overleg met de docent tijdens consult
  • Lezen verdiepende informatie bij de casus
  • Advies opstellen met werkgroep (a-synchroon)
  • Korte presentatie/update over het advies aan de klas (synchrone les)
  • Oefenen rollenspel adviesvaardigheden in de les
  • Adviesvoorstel afronden en online inleveren
  • Peerfeedback geven op advies van andere groep
  • Beoordeling & feedbackgesprek of assessment.

In de Toolkit ‘Blend je Onderwijs’ van het Versnellingsplan zijn heel veel werkvormen te vinden. Deze zijn mede door Blend It ontwikkeld. Je kan de kaarten vinden onder punt 7 en gratis downloaden.


Opdrachten

Opdrachten hangen nauw samen met activerende werkvormen. Vaak wordt een opdracht uitgewerkt met een of meerdere werkvormen. De grote uitdaging bij opdrachten is hoe je deze zo uitwerkt dat de student weet wat hij/zij moet doen. Doordat docenten zelf ver boven de stof staan, verwacht deze bepaalde voorkennis die studenten niet altijd hebben. Hierdoor worden er denkstappen in de opdrachtbeschrijving overgeslagen, die een student wel nodig heeft om de opdracht te kunnen maken. Dit populaire filmpje illustreert dit (het is een screencast, dus de youtube knopjes lopen een beetje door elkaar):

Een goede opdracht heeft een duidelijke plek in het lesprogramma en wordt ondersteund met werkvormen. Hierdoor is de opdracht niet een los element dat studenten er soort van ‘bij’ moeten doen, maar een onderdeel van het geheel en gaan ze er beter en sneller mee aan de slag. Hieronder een kort voorbeeld van hoe je een opdracht kan integreren in de les:

Voorbeeld

Opdracht: Verdiep je in casus X en geef advies aan de opdrachtgever.

Werkvormen

  • Thuis de casus lezen
  • Thuis het filmpje kijken over adviesvaardigheden
  • Overleg met de werkgroep over het advies (a-synchroon)
  • Overleg met de docent tijdens consult
  • Lezen verdiepende informatie bij de casus
  • Advies opstellen met werkgroep (a-synchroon)
  • Korte presentatie/update over het advies aan de klas (synchrone les)
  • Oefenen rollenspel adviesvaardigheden in de les
  • Adviesvoorstel afronden en online inleveren
  • Peerfeedback geven op advies van andere groep
  • Beoordeling & feedbackgesprek of assessment.

Expliciete Directe Instructie

De bovenstaande werkvormen vinden in verschillende leeromgevingen plaats (online, offline, groepswerk, individueel werk, synchroon en a-synchroon). Mede daardoor is de opdracht en het leertraject vrij complex, zeker voor studenten die niet gewend zijn aan projectonderwijs, zoals eerstejaars. Het is daarom essentieel dat de opdrachtbeschrijving heel duidelijk en gestructureerd is.

Naast de complexiteit van de opdracht is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan leren-leren. Help studenten begrijpen wat hun leerstrategieën zijn door gebruik te maken van expliciete instructie. Graag verwijs ik je naar dit artikel van Saxion om hier meer over te lezen.


Energizers

Naast werkvormen kunnen docenten ook energizers gebruiken, zeker bij een langere les. Dit schudt iedereen weer even wakker, zorgt voor binding en is gewoon leuk. Vooral bij overgangen in de les kan een energizer nuttig zijn, dus na een hoorcollege of lange instructie en na een pauze. Er zijn online veel energizers te vinden, hieronder een paar ideetjes voor als je online synchroon les geeft:

Check in: Teken je eigen weerbericht (hoe zit jij erbij) en laat het voor de camera zien.

Na instructie: Wie is de snelste? Bedenk een paar vragen met een kort antwoord, een som, een naam, een datum. Degene die het antwoord als eerste in de chat zet wint.

Binding: Zoek de verschillen. Zet je camera even uit, verander iets aan jezelf, zet de camera weer aan. De klas moet raden wat er is veranderd. Geef daarna een student de beurt.

Binding: Krachtmeting. Wie kan het langst boven z’n stoel blijven hangen, hoog tegen de muur aan zitten, opdrukken tegen de tafel, een stapel boeken hoog houden, etc.


Huiswerk

Een blended module bestaat uit meer dan alleen de synchrone lessen, de docent geeft ook huiswerk mee. Het is de bedoeling dat studenten zich voorbereiden op de les en mogelijk verder oefenen met een verdiepende opdracht. De samenhang tussen huiswerk en les is essentieel om studenten te stimuleren zich voor te bereiden.

Hierbij is er een belangrijke regel voor de docent:

Geef het huiswerk altijd een plek in je live les, ZONDER de voorbereidde stof te klakkeloos te herhalen.

Als de docent alles herhaalt verdwijnt de noodzaak om huiswerk te maken. Als ze er geen aandacht aan geven tijdens de les, verdwijnt ook de noodzaak om het te maken.

Een handige manier om aandacht te besteden aan het huiswerk is het te integreren in de opdrachten in de les. Helaas is het regelmatig zo dat een deel van de studenten zich niet voorbereid heeft. Hoe ga je hiermee om? Hieronder een paar opties:

  1. De opdracht is voor alle studenten hetzelfde, in de beschrijving staan stappen, geef aan welke stappen huiswerk waren (kunnen studenten die dit gedaan hebben dus overslaan). Als de student de opdracht af heeft in de les, kan deze worden ingeleverd en hij/zij naar huis. De beloning is dan een kortere les.
  2. Studenten die het huiswerk hebben gedaan mogen zelf een verwerkingsvorm kiezen: presenatie, pitch, poster etc. De andere studenten moeten een verplichte uitwerking in de les doen.
  3. Een andere manier is om de studenten die het huiswerk niet hebben gedaan aan de linkerkant van de klas groepjes te maken en studenten die het wel hebben gedaan, aan de rechterkant. Zo kan je veel aandacht geven aan de mensen die zich hebben voorbereid en ze belonen door ze eerder naar huis te sturen, een spel te laten spelen, etc. Daarna geef je de andere groep aandacht en zorg je dat ze het leerdoel kunnen halen.
  4. Ook kan de docent zorgen voor positieve onderlinge afhankelijkheid (Prinsen, 2020), groepsleden die het huiswerk niet gedaan hebben worden een belemmerende factor en de andere leden zullen hen hierop aanspreken.
  5. Je kan ook een beloning inbouwen, bijvoorbeeld door studenten die drie lessen achter elkaar, aantoonbaar de opdrachten hebben gedaan, een consult bij de eindopdracht te geven.

In de volgende les gaan verder in op het onderwerp “Constructive alignment”.